Met vurige vlammen in haar ogen ging Hymnae Gubatan's hut binnen. Ze had haar rode verenjurkje aangedaan en een speld in haar haar gedaan, gemaakt van het bot van een weerwolf. Gubatan lag op zijn berenvel terwijl hij een Patvrucht at. Rond zijn mond hing paars sap dat op zijn borst drupte. Hymnae gooide hem een doek toe. "Je morst veel te veel Gubatan. Zelfs bloed." Gubatan keek raar op terwijl hij de vlekken afveegde. "Wat zei je daar?" "Oh, niets", antwoordde Hymnae. Ze liep naar Gubatan toe en glimlachte. "Je eet ook teveel." Ze pakte de vrucht af en legde hem in een gevlochten mand naast de berenvellen.
Tirgh's ogen schenen in die van Hymnae en Gubatan zag dat. Hij schrok en zei: "Hymnae, wat heb je rare ogen." "Dat is om je beter te kunnen zien, liefje." Gubatan hoorde een lage ondertoon in Hymnae's stem die hem niet beval. "Hymnae, wat heb je zo'n lage stem." "Dat is zodat je van me houdt, mijn liefste." Gubatan's ogen vielen op de scherpe speld in Hymnae's haar en hij vroeg: "Waarom draag je zo'n speld?" Hymnae lachte: "Dat is om mijn rechten op te eisen. Gubatan keek haar vragend aan en als een slang die een muis vangt greep Hymnae de speld en haalde uit naar Gubatan's hart. De punt raakte zijn borst en opeens stond de tijd stil.
Tirgh's boze oog verdween plots en Hymnae herinnerde zich wat er was gebeurd. Tirgh lachte boosaardig en een zwarte schim vloog uit de hut. De tijd ging opeens verder en Hymnae stak in Gubatan's hart. Maar terwijl ze dat deed slaakte ze een akelige kreet en het bloed dat uit Gubatan's wonden liep, was donker paars, zoals het sap van de Patvrucht. Hymnae schreeuwde harder dan een woudelf ooit had gedaan en maakte zo de hele boom wakker. De woudelfen stonden allemaal rondom Gubatans hut terwijl Hymnae huilde om haar daad. Sekhat, Gubatans vader kwam boos de hut binnen en sloeg Hymnae in haar gezicht. "Ka mamamatay-tao nang walang budhi! Pinatay mo ang aking anak na lalaki!" schreeuwde hij in het woudelfs. Hymnae huilde nog harder en Hymnae's moeder kwam naar binnen. Ze troostte haar dochter en schreeuwde naar Gubatans vader.
Er ontstond een gevecht tussen twee families en ook vrienden van de families werden erbij betrokken. Hutten werden in brand gestoken en moeders beschermden hun kinderen. Hymnae huilde en sleepte Gubatans lichaam naar het meer terwijl de anderen vochten. De woudelfin legde haar hand op het lijk en een blauwe gloed omhulde hem. Langzaam verschoof Hymnae hem, naar de rand van de oever. Na nog een laatste keer naar zijn gezicht te hebben gekeken, duwde Hymnae haar verloofde in het water. Het meisje liep weg en nam een kano. met tranen in haar ogen verliet ze Tawelu, haar moeder en haar dochtertje. "Zorg goed voor haar", fluisterde Hymnae en ze voer weg in de donkere moerassen, op weg naar Kurukal, om te zeggen dat ze voor een tijd geen les meer zou geven. De grote vlammen liet Hymnae Annwyl achter haar.